Werknemer moet opleidingskosten voor opleiding tot bedrijfsarts terugbetalen

door Henk van Amerongen

Henk van Amerongen in discussie met Roel van den Dungen over de uitspraak.

 Sinds 1 augustus 2022 is een werkgevers wettelijk (art. 7:611a BW) verplicht om bij de verplichte scholing van zijn werknemer de kosten van die scholing voor zijn rekening te nemen. Is de scholing verplicht, dan kan van een werknemer dus niet verlangd worden dat hij de scholingskosten terugbetaald. Een studiekostenbeding in de arbeidsovereenkomst, dat de werknemer verplicht om de studiekosten geheel of gedeeltelijk terug te betalen in het geval hij de studie voortijdig stopt of indien hij binnen een bepaalde periode  na afronding van de studie vertrekt, is dan niet geldig.

Via de rechtspraak komt nu steeds meer duidelijkheid in welke gevallen er sprake is van een niet-verplichte scholing en waarvoor dus nog wel een studiekostenbeding kan worden overeengekomen, zodat de werkgever nog enige tijd profijt heeft van een door hem bekostigde opleiding van de werknemer.

 

Studiekostenbeding

Op 24 januari 2023 deed de kantonrechter in Zutphen een uitspraak* in een zaak waarin een werknemer, die op kosten van zijn werkgever (een arbodienst) de opleiding tot bedrijfsarts had gevolgd, en in dienst trad bij een andere arbodienst. Zijn ex-werkgever vorderde op grond van het studiekostenbeding in de arbeidsovereenkomst de kosten van de opleiding (in totaal € 73.000 waarvan ca. EUR 30.000 voor supervisiekosten door de werkgever) terug.  


“De opleiding tot bedrijfsarts wordt door de kantonrechter dus niet als verplichte opleiding beschouwd”

Richtlijnen verplichte scholing

De kantonrechter oordeelde dat dat onder verplichte scholing niet wordt verstaan de opleiding die een werknemer verplicht moet volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie als bedoeld in de Europese beroepskwalificatierichtlijn. De opleiding “arbeid en gezondheid, bedrijfsgeneeskunde” is in de bijlage bij die richtlijn genoemd als een zodanige opleiding. De opleiding tot bedrijfsarts wordt door de kantonrechter dus niet als verplichte opleiding beschouwd en om die reden is het studiekostenbeding in de arbeidsovereenkomst geldt en moet de ex-werknemer de kosten voor de opleiding tot bedrijfsarts terugbetalen. Maar daarbij hoefde hij niet alle supervisiekosten terug te betalen, omdat de werkgever niet vóór de start van de opleiding aan de werknemer had verteld welk bedrag hier in totaal mee gemoeid was. Aangezien de werknemer rekening had gehouden met supervisiekosten ter hoogte van € 10.000 en hij ook in doorbetaalde werktijd de opleiding had mogen volgen, werd na aftrek van de tijd die hij na het einde van de opleiding bij de werkgever was blijven werken, in totaal een bedrag van EUR 45.000 toegewezen.

 

Welke kosten worden wel vergoed?

De Europese beroepskwalificatierichtlijn is in Nederland uitgewerkt in de “Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen”. Laat een werkgever een werknemer een opleiding volgen voor een beroep dat op die lijst staat, dan kan voor de kosten van die opleiding dus een rechtsgeldig studiekostenbeding in de arbeidsovereenkomst worden opgenomen. Dat geldt ook voor de kosten van scholing, waarover een werknemer bij eerste aanvang van de werkzaamheden al dient te beschikken om op grond van een wettelijke bepaling een functie uit te mogen oefenen. Denk bijvoorbeeld aan een onderwijsbevoegdheid van leraren.

Wil je hierover sparren met Henk of zijn collega's? Neem contact op voor een vrijblijvende spar-sessie

Link naar uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBOVE:2023:336

#werken #uitspraak #studiekostenbeding #scholing

Vorige
Vorige

Reisorganisaties blijf alert: van de ANVR-reisvoorwaarden afwijkende annuleringsbepalingen kunnen als onredelijk worden bestempeld

Volgende
Volgende

Prijsverlaging voor reizigers die op vakantie werden getroffen door gezondheidsmaatregelen