Geen hogere compensatie voor de werkgever dan de wettelijke  transitievergoeding

door Henk van Amerongen

Wettelijke transitievergoeding. Als een werknemer arbeidsongeschikt is en werkgever en werknemer de reïntegratieverplichtingen op correcte wijze zijn nagekomen, dan kan de werkgever na twee jaar ziekte een ontslagvergunning bij het UWV aanvragen. Ook kunnen partijen een vaststellingsovereenkomst aangaan waaruit volgt dat er afscheid wordt genomen vanwege langdurige ziekte. Bij de beëindiging van het dienstverband kan de werknemer dan aanspraak maken op de wettelijke transitievergoeding, waarna de werkgever deze kan terugvragen bij het UWV. De hoogte van de wettelijke transitievergoeding wordt bepaald door het bruto maandsalaris (voordat de werknemer ziek werd) plus vakantiegeld plus structurele salariscomponenten (zoals een vaste ploegentoeslag), en de duur van het dienstverband. Grofweg komt het erop neer, dat een werknemer per 3 jaar dat hij in dienst is aanspraak kan maken op een transitievergoeding ter hoogte van 1 bruto maandsalaris (incl. vakantiegeld en andere structurele salariscomponenten).

Afwijkende afspraken. Maar wat als werkgever en werknemer afwijkende afspraken hebben gemaakt op basis waarvan de werknemer een hogere vergoeding heeft betaald bij het einde van het dienstverband na 2 jaar ziekte? Moet het UWV dan de hogere beëindigingsvergoeding compenseren. Daarover heeft de Centrale Raad van Beroep onlangs een uitspraak gedaan.

Een werknemer trad op 10 mei 1999 in dienst en ging op 30 april 2012 uit dienst. Blijkbaar had hij spijt of werd hij door de werkgever teruggevraagd (dat vertelt de uitspraak niet), want op 21 januari 2013 treedt hij voor onbepaalde tijd opnieuw in dienst bij zijn oude werkgever. Daarbij nemen zij de volgende afspraak op:

"De werknemer houdt zijn anciënniteitaanspraken (op basis van opgebouwde dienstjaren) zoals opgebouwd tijdens het voorgaande dienstverband tussen partijen."

De achterliggende reden daarvoor is waarschijnlijk dat de werknemer op deze wijze eerder in aanmerking komt voor bepaalde gunstige arbeidsvoorwaarden die gelden bij een langer dienstverband (zoals een jubileumuitkering). Op 26 augustus 2016 valt de werknemer ziek uit. Hij komt niet meer terug en op 24 augustus 2018 krijgt hij een IVA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.  Op 3 mei 2019 sluiten werkgever en werknemer dan een beëindigingsovereenkomst omdat de werknemer al langer dan twee jaar niet kan werken en in dat kader betaalt de werkgever een beëindigingsvergoeding van € 25.549,83 (bruto). Deze vergoeding is berekend op basis van de in de arbeidsovereenkomst opgenomen anciënniteitsafspraak en dus is 10 mei 1999 als datum van indiensttreding tot uitgangspunt is genomen.

Dure afspraak. De werkgever vraagt vervolgens compensatie bij het UWV voor het betaalde bedrag van € 25.549,83 (bruto), maar het UWV compenseert slechts een bedrag van € 5.869,93 (bruto). Het UWV zegt daarbij niets te maken te hebben met de individuele afspraken tussen de werkgever en werknemer, en zich te baseren op de wet, die uitgaat van de ingangsdatum van de tweede arbeidsovereenkomst van 18 januari 2013. De werkgever tekent daarop beroep aan bij de Centrale Raad van Beroep, maar deze stelt het UWV in het gelijk en het UWV hoeft dus slecht het bedrag van € 5.869,93 te compenseren. Dat had anders gelegen wanneer de werknemer binnen zes maanden na de eerdere beëindiging zou zijn teruggekeerd bij de werkgever, want dan zou er sprake zijn geweest van een voortgezet dienstverband en was de teller voor de berekening van de wettelijke transitievergoeding wel zijn gaan lopen vanaf 10 mei 1999.

Hoe te voorkomen? Neemt een werkgever een ex-werknemer na een periode van 6 maanden (of meer) opnieuw in dienst, dan is het dus van belang om goed stil te staan bij een eventueel te maken afspraak over behoud van vroegere anciënniteit. Het is dan beter om geen algemene anciënniteitsafspraak over de eerdere dienstjaren in de arbeidsovereenkomst op te nemen, maar specifiek te bepalen in het kader van welke arbeidsvoorwaarden die ‘oude’ dienstjaren worden meegeteld. Bijvoorbeeld in het kader van een jubileumuitkering. Daarmee voorkom je als werkgever  dat bij een ontslag na twee jaar ziekte de aan de werknemer toegekende beëindigingsvergoeding niet volledig door het UWV wordt gecompenseerd.

#wettelijk #transitievergoeding #compensatie

Vorige
Vorige

Deliveroo arrest – Hoge Raad: we moeten blijven kijken naar het geheel  

Volgende
Volgende

Reisorganisaties blijf alert: van de ANVR-reisvoorwaarden afwijkende annuleringsbepalingen kunnen als onredelijk worden bestempeld