Volledig loon bij opname wettelijke vakantiedagen door zieke werknemer
door Henk van Amerongen
Loondoorbetaling bij ziekte
Bij ziekte van een werknemer moet de werkgever het loon van de werknemer geheel of nagenoeg geheel doorbetalen. In veel arbeidsovereenkomsten maar ook in cao’s is bepaald dat een zieke werknemer in het eerste ziektejaar 100% van zijn loon krijgt doorbetaald, terwijl hij in het tweede ziektejaar 70% van zijn loon moet ontvangen. Als er geen cao van toepassing is of er geen afwijkende afspraken zijn gemaakt, dan geldt de wettelijke regeling en die bepaalt dat hij gedurende 104 weken recht heeft op 70% van zijn loon, waarbij in de eerste 52 weken van ziekte hij in ieder geval recht heeft op het voor hem geldende minimumloon (wanneer hij dus met 70% van het loon onder het minimumloon uitkomt).
Loondoorbetaling tijdens vakanties van de zieke werknemer
Tijdens zijn ziekte gaat de opbouw van de vakantiedagen op de gewone wijze voort, dus hij blijft tijdens ziekte vakantiedagen opbouwen ook al werkt hij niet. Maar aan de andere kant betekent het ook, dat wanneer hij tijdens zijn ziekte met vakantie wil gaan, vaak nadat de bedrijfsarts daarmee heeft ingestemd, dan moet hij dus ook vakantiedagen opnemen. De vraag die daarbij rijst is welk loon een werkgever bij de opname van vakantiedagen moet betalen als de wettelijke regeling geldt of bijvoorbeeld in het tweede jaar van ziekte.
Wat zegt het Europees Hof van Justitie?
Bij de rechtbank Overijssel leidde dit tot een rechtszaak tussen een ambtenaar van de Belastingdienst en de staatssecretaris van Financiën. De ambtenaar was langdurig ziek en in het tweede ziektejaar kreeg hij 70% van zijn salaris uitbetaald. De Belastingdienst betaalde die 70% ook door tijdens de vakantiedagen die hij tijdens zijn ziekte in het ziektejaar opnam. Daar was de ambtenaar het niet mee eens en hij eiste betaling van zijn volledig loon (100%) tijdens die vakantiedagen.
Aangezien de Nederlandse wetgeving met betrekking tot de doorbetaling van het loon bij ziekte gebaseerd is op een Europese richtlijn 2003/88/EG besloot de rechtbank prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie. In het arrest overweegt het Hof dat wanneer het loon tijdens vakantie lager is dan het loon tijdens werkdagen, een werknemer wellicht wordt weerhouden vakantie op te nemen. En dat wanneer zou worden toegestaan dat een werknemer bij ziekte een lager vakantieloon ontvangt, de waarde van het vakantierecht afhankelijk wordt van de datum waarop een werknemer vakantie opneemt. Ten slotte oordeelt het Hof dat de arbeidsongeschikte werknemer voor wat betreft het vakantieloon in een vergelijkbare positie dient te komen te verkeren als een niet-arbeidsongeschikte werknemer, die wel heeft gewerkt. Het niet-gekorte vakantierecht van de zieke werknemer wordt daarbij teruggevoerd op het beginsel dat het intreden van de ziekte van de werknemer niet voorzienbaar is en losstaat van de wil van de werknemer.
Wat betekent de uitspraak van het Europees Hof voor de praktijk?
De uitspraak van het Hof komt er op neer dat een zieke werknemer recht heeft op honderd procent van zijn loon tijdens de wettelijke vakantiedagen. Echter, de Nederlandse wetgeving maakt bij de betaling van het loon tijdens vakantiedagen geen onderscheid tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Dat betekent dus dat een zieke werknemer, wanneer hij vakantiedagen opneemt, dus altijd 100% van zijn loon betaald moet krijgen, ook in het tweede ziektejaar. En dus niet 70%.