De WW-uitkering gekort door een prepensioen-uitkering?
door Henk van Amerongen
Een werkneemster had een WW-uitkering aangevraagd per 1 april 2023 bij het einde van het dienstverband van 16 uur per week. Dat dienstverband was met een beëindigingsovereenkomst beëindigd en het UWV kende haar een WW-uitkering toe voor de 16 uren dat zij werkloos werd. Echter kreeg zij vanaf 1 januari 2023 een prepensioen-uitkering uit hoofde van een pensioenregeling bij haar vorige werkgever.
Tot haar verbijstering berichtte het UWV haar dat zij weliswaar een WW-uitkering kreeg maar dat haar prepensioen-uitkering verrekend werd met haar WW-uitkering. En dat betekent dus eigenlijk dat zij haar prepensioenuitkering inlevert voor een deel van haar WW. Haar vraag was of het zinvol was bezwaar te maken tegen de verrekening door het UWV.
In haar geval helaas niet.
In de Werkloosheidswet (WW) is namelijk de hoofdregel dat de WW-uitkering verminderd wordt met ieder vorm van pensioen uit een pensioenovereenkomst. Die uitkering wordt namelijk gezien als een vorm van een ‘inkomen uit arbeid’ en daaronder vallen ook ‘een uit een dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening”, dan wel een daaraan voorafgaande uitkering voor het AOW-pensioen. Dus daarbij moet je denken aan bijvoorbeeld een prepensioen, een overbruggingspensioen of een VUT-uitkering (voor zover deze nog bestaat).
Maar gelukkig zijn er uitzonderingen op de hoofdregel, hoewel die deze werkneemster niet mochten baten. Die uitzonderingen zijn de volgende:
1. de werknemer was met deeltijdpensioen gegaan en werkte daardoor minder uren per week. De werknemer is dan bij ontslag werkloos geworden voor het aantal uren dat hij nog wel werkt en krijgt daarover een WW-uitkering;
2. de werknemer kwam in dienst toen hij al een prepensioen genoot. Hij gaat dan dus met een uitkering uit het prepensioen aan de slag. Als hij dan ontslagen wordt, krijgt hij over het verdiende salaris een WW-uitkering die dus niet met de uitkering uit prepensioen wordt verminderd;
3. de werknemer had twee banen en bij één van die banen is hij werkloos geworden. De WW-uitkering voor die baan wordt dan verrekend met zijn prepensioen. Verliest hij vervolgens ook de andere baan, dan vindt bij die WW-uitkering niet nog een keer vermindering met het prepensioen plaats.
De uitzonderingsituaties deden zich in bovengenoemde casus helaas niet voor en dus werd de WW-uitkering van werkneemster verminderd met haar (toch al niet al te hoog) prepensioen. Dus waar zij eerst een salaris plus een prepensioenuitkering genoot, resteert alleen een WW-uitkering van eerst 75% en na twee maanden 70% van haar salaris waarop haar prepensioenuitkering in mindering wordt gebracht.
Zou deze klant zich voor de onderhandelingen over een beëindigingsregeling bij ons kantoor hebben gemeld, dan hadden we de financiële consequenties van deze ongelukkige samenloop van de WW-uitkering en het prepensioen zeker betrokken in de onderhandelingen.
#prepensioen #beëindiging #regeling #overeenkomst #UWV #uitkering